In deze blogserie laten we een aantal van onze docenten aan het woord om te vertellen over hun vakgebied, passie, drijfveren en hun werkwijze. Er verschijnen dus geregeld interviews op de Onderwijsblog met een aantal docenten uit verschillende vakgebieden. Vandaag sprak ik met Jan Kees van Elsacker, die een eigen ontwerpbureau heeft: Tuinontwerpburo Alnus.
Jan Kees van Elsacker is een echte tuinveteraan. Hij heeft heel veel jaren ervaring in het groen. Na het behalen van zijn hoveniersdiploma (in Houten bij de SOG), studeerde hij door en haalde zijn diploma Tuinarchitectuur. Ook werkt hij veel samen met andere bureaus en geeft hij les aan mensen die net als hij succesvol tuinontwerper willen worden.
U heeft zelf een tuinontwerpbureau. Wat voor klussen levert dat op?
Ik doe zo’n 20-25 privé-projecten per jaar, van kleine voortuinen tot landschapstuinen van een aantal hectares. Af en toe ook voor de overheid en zakelijke markt (bijvoorbeeld een bedrijfstuin of kinderdagverblijf), maar meestal toch voor particulieren. Dat is een grote markt, waar verwacht wordt dat je als ontwerper goed kunt aansluiten bij de wensen en de portemonnee van de klant. Dat kan soms een flinke uitdaging zijn, maar het is ook leuk om te laten zien dat jij als professioneel ontwerper échte kwaliteit kunt waarborgen en meedenkt met de klant.
Ik werk veel samen met ECOstyle, een bedrijf dat op ecologische basis werkt. Dat sluit heel goed aan bij mijn eigen specialisme: natuurtuinen met een duidelijke groenbeleving. Niet te veel bestrating, maar mensen ook laten genieten van een natuurlijke beplanting. Daarnaast werk ik met In!Out! Dit is een samenwerkingsverband tussen allerlei disciplines zoals interieurspecialisten, zwembadbouwers, bezuinigingsspecialisten, aanbouwspecialisten enzovoorts. Het voordeel hiervan is dat je een brug kunt slaan tussen huis en tuin en de klant alles onder één dak kan laten ontwerpen.
Het is ontzettend leuk om in een groter verband te werken met andere specialisten. Ik werk een paar dagen in de week met mijn handen in de klei én sta ook een paar dagen voor de klas, zo kan ik de praktijk ook goed doceren. Al mijn ervaring en kennis uit de praktijk kan ik namelijk ook weer aan mijn cursisten doorgeven!
Daar profiteren onze cursisten enorm van! Hoe bent u eigenlijk begonnen met onderwijs geven en wat trekt u daarin aan?
Ik geef al les voor IPD vanaf het begin dat IPD tuinarchitectuur ging geven, al een jaar of 6-7 geleden. Ook ben ik bij de ontwikkeling van het programma nauw betrokken geweest en bij de examencommissie van het examenbureau EHCB. Vroeger dacht ik er niet aan om les te gaan geven. Al mijn familie zit en zat in het onderwijs en ik zei: “ik ga het bedrijfsleven in via mijn eigen bedrijf”.
Via mijn samenwerking met Ecostyle kwam ik in aanraking met het geven van lezingen. Ik werd gevraagd om dat te doen en dat vond ik ontzettend inspirerend. Bij lezingen krijg je veel vragen, daar ga je zelf weer over nadenken. Ik kreeg steeds vaker het verzoek om naast lezingen ook demonstraties geven op beurzen en dergelijke. Zo rolde ik langzaam het onderwijs in, zeker toen ik cursusmateriaal ging schrijven en er steeds meer plezier in kreeg. Dus nu zit ik toch in het onderwijs en ik geniet er nog steeds met volle teugen van, want elke les is anders!
Hoe ziet een les eruit? Wat doen jullie allemaal?
Terwijl de cursisten binnendruppelen wordt er al druk gekletst over tuinen en ideeën. We starten de les met een stukje praktijk. Ik vertel kort wat ik heb gedaan de afgelopen week en koppel dat aan de lesstof. Dat was deze week toevallig een beursbezoek met een stand met mediterrane tuinen. Daarna komt een deel plantenkennis met planten die we uitgebreid behandelen. Vervolgens behandelen we de lesstof die op de agenda staat. Deze week is dat perspectieftekenen. In de pauze blijven we met z’n allen bij elkaar om met iedereen zijn ‘tuinmomentjes’ te bespreken. Je snapt dat in deze lentetijd er veel leuke verhalen komen!
Na de pauze hebben we het blokje ‘materialenkennis’ (zoals beton, vlonderhout). Elke les neem ik een aantal materialen mee om te laten zien. We tekenen in de les en ik geef ook tekenopdrachten op als huiswerk. De lessen zijn zo afwisselend mogelijk en ik laat de cursisten zelf inbreng hebben zonder dat het behandelen van de lesstof daar onder lijdt. Ik laat de cursisten presentaties houden over planten, zodat ze tegelijkertijd oefenen met planten én met presenteren. Dat is een belangrijk onderdeel van het vak natuurlijk. Het grootste deel van de les gaat uiteraard over ontwerpen, want daar leiden we de cursisten immers voor op!
Wat probeert u uw cursisten allemaal mee te geven?
Naast de inhoudelijke kennis besteed ik ook aandacht aan de ontwikkelpunten van de cursisten en de zakelijke aspecten van het vak. Wat zijn interessante dingen om aan te pakken als ontwerper? Wat is je doel, welk segment wil je in? Wat wordt je specialisatie? Ik had bijvoorbeeld iemand die een passie had voor vijvers, dat ging hij verder uitbouwen en hij heeft nu veel voordeel van dat specialisme. Je moet van alle markten thuis zijn, allround zijn, maar ook je eigen voorkeuren ontwikkelen. Ik stimuleer mijn cursisten om een specialisatie op te bouwen. Bij opdrachten geef ik verschillende profielen om mensen hun eigen voorkeur te laten ontdekken.
Als zelfstandig ontwerper moet je ook rekening houden met de wensen en agenda van de klant. Bij een tuin gaan het tegelijkertijd om functionaliteit, creativiteit en het kloppend maken van de beplanting en verhoudingen. Ik leg duidelijk uit aan cursisten hoe je een heldere offerte maakt en goede zakelijke afspraken maakt met klanten. Ik laat ze mijn eigen offertes en contracten zien uit de praktijk. Het is belangrijk dat de cursisten dit zakelijke deel ook goed beheersen aan het einde van de opleiding, zodat ze goed voorbereid aan het werk kunnen gaan!
Waar komen die cursisten na hun opleiding dan bijvoorbeeld terecht?
Ik heb zo’n vijf à zes cursisten die een eigen fulltime ontwerpbureau hebben. Ik probeer mijn cursisten ook via mijn netwerk aan een stage te helpen en een aantal mensen is na zo’n stage in vaste dienst aangenomen. Ik geef cursisten veel tips om hun netwerk op te bouwen, goede acquisitie te doen, afspraken te maken met businessclubs en platformen. Enerzijds om hun netwerk te vergroten, anderzijds ook om een slijpsteen te hebben om jezelf continu te blijven ontwikkelen. Ik neem cursisten ook graag mee naar evenementen waar ik contacten heb. Zo geef je ze een ingang waar ze gebruik van kunnen maken in hun carrière.
Die cursisten, wat zijn dat allemaal voor mensen?
Nou, dat maakt het lesgeven juist zo leuk: het zijn allemaal hele verschillende mensen. Mensen die omscholing of bijscholing zoeken, mensen die al uit het vak komen en nieuwelingen in het vak. De uitdaging is om iedereen aan zijn trekken te laten komen en het niveau van zo’n hele groep omhoog te trekken. Ik gebruik ieders startpositie om ze bij de les te betrekken en verder te helpen. Ik vind het belangrijk dat er persoonlijk contact is en hele goede begeleiding. Samen bewandelen we de weg die nodig is om het examen te behalen, fijn om mensen te zien slagen.
Ik zeg altijd: “jullie zijn hier uit vrije wil, jullie zijn gemotiveerd en ik ben supergemotiveerd, dus we gaan ervoor”. Ik steek veel tijd in de voorbereiding om de lessen interactief te houden en nieuwe dingen in te kunnen brengen. Mijn vreugde is groot als ik zie dat mensen de maatschappij ingaan in het groen.
Ik hou ook altijd veel contact met mensen die lekker bezig zijn na hun opleiding. Een voorbeeld: een oud-cursiste van me moest een offerte opstellen voor een kasteeltuin. Ik heb haar geholpen met het schrijven van een hele scherpe offerte. Die durfde ze niet te sturen, dus heb ik hem gewoon opgestuurd. Ze kreeg hem ondertekend terug en daarmee was haar eerste grote opdracht een feit. Daar kan ik dus enorm van genieten! Zeker omdat haar vorige werk echt niet leuk was, dus deze dame was enorm gemotiveerd. Op zulke momenten ben ik supertrots!
U biedt uw studenten zo veel mogelijk in uw lessen. Daarom zijn wij ook zo blij met u als docent. Wat is eigenlijk volgens u de grote meerwaarde van het volgen van de opleiding Tuinarchitectuur specifiek bij IPD?
IPD doet haar uiterste best om échte vakbekwame docenten te hebben die bijgeschoold worden én uit de praktijk komen. Jullie huren ook alleen mensen in die een luisterend oor hebben en openstaan voor de cursisten (ook op persoonlijk vlak). Verder zijn de leslocaties prettig en kloppen alle randvoorwaarden. De boeken en tekenmateriaal worden goed geregeld door IPD en er is veel begeleiding vanuit het hoofdkantoor. Natuurlijk stuur ik de cursisten ook nog mijn eigen boekenlijst waar ze veel aan kunnen hebben, voor informatie of inspiratie. Ook neem ik ze mee op excursie naar dingen als de Tuinen van Appeltern als ik daar de kans voor zie. Bij IPD krijg ik zelf vrijheid om dingen te bedenken en te ondernemen met cursisten.
En waarom zouden mensen het diploma moeten halen volgens u?
Zo’n erkend diploma van het EHCB is een proeve van vakbekwaamheid en zelfvertrouwen. Je kunt bewijzen als je een baan zoekt dat je kennis van zaken hebt. Overigens, het plezier van werken geeft enorm veel voldoening, naast wat je er mee kunt verdienen. Dát is ook enorm belangrijk. Tuinontwerpers zijn sociale mensen die klantgericht werken. Ik zeg altijd: “wees jezelf, maar pas je ook aan als het nodig is”. Dat moet je zelf doen, maar het diploma biedt wel geloofwaardigheid dat je een echte specialist bent!
Heeft u nog een goede studietip voor onze cursisten?
Het draait grotendeels om discipline: als je op tijd begint weet je het meest op het moment dat het examen in de buurt komt. Ook belangrijk zijn je huiswerkopdrachten, neem ze door zelfs al denk je de lesstof al te kennen. Neem de tijd om lekker te ontwerpen en te tekenen. En, het allerbelangrijkste: probeer zoveel mogelijk van de studietijd te genieten!