Marcel Melgers is van oorsprong historicus en kandidaat notaris. Hij verdiende zijn strepen in het notariaat en kwam vanuit daar in aanraking met het geven van onderwijs. Dat beviel hem, dus inmiddels zit hij al 13 jaar in het onderwijs waarvan de helft bij IPD Opleidingen. Voor IPD laat hij het wetboek tot leven komen voor aspirant makelaars en assistent-makelaars. In dit interview vroeg ik hem naar zijn ervaringen met het vak en het lesgeven en waarom hij er na zo veel jaar nog steeds van geniet!
U geeft al lang les, hoe is dat zo gekomen?
Ik werkte als kandidaat notaris en mijn baas droeg me voor om les te gaan geven. Hij vond mij wel geschikt voor het onderwijs namelijk. Ik ben toen les gaan geven aan notarisklerken en daarna ook aan makelaars omdat het me zo beviel! In die tijd waren er bij de klerkenopleiding maar heel weinig docenten, dus ik werd toen zonder enige ervaring gewoon voor een klas gezet. Dat was wel spannend. Nu 13 jaar later voel ik die spanning niet meer uiteraard, maar vind ik het alleen nog maar leuk. Zeker ook omdat ik aan hele gevarieerde groepen makelaarsstudenten lesgeef.
Hoe komt u van het notariaat naar de makelaardij dan?
Nou, ik hou me vooral met de fiscale aspecten van het vak bezig. En eigenlijk ben je in het notariaat bezig met het uitvoeren van de gemaakte afspraken door de makelaar. Dat wil zeggen dat notarissen precies weten hoe de makelaardij werkt. Als notaris ben je verantwoordelijk voor het laatste deel van het traject, je werkt de koopovereenkomst van de makelaar uit bijvoorbeeld. Met die achtergrond heb ik toekomstige makelaars veel te bieden want ik ken alle regels en hoe die in de praktijk toegepast worden!
Wat is de charme van de makelaardij? Wat ziet u er in?
Makelaars genieten van het contact met mensen. Je bent toch echt een centraal figuur die veel voor mensen kan betekenen. Als je als makelaar geen klik kan maken met de klant dan verkoop je ook niks. En woningen verkopen zichzelf niet, een makelaar kan echt verschil maken en daar dus een goede boterham mee verdienen. Maar met een opleiding makelaardij hoef je geen makelaar te worden. Ik heb ook veel mensen in de klas die de opleiding als een meer algemeen juridische opleiding volgen om daarna bij een waterschap, bank, gemeente of woningbouwcoöperatie te gaan werken. Wat ze allemaal gemeen hebben is plezier in het vak en het talent om zich te kunnen inleven in de woonwensen van hun klanten.
Een mooi vak dus. Wat vind u zo leuk aan lesgeven? En waarom bij IPD?
Ik krijg veel energie van lesgeven. De mensen die in mijn klas zitten die willen graag nieuwe dingen leren. En er zitten zo veel verschillende mensen in mijn klassen: van twintigers die net van de havo komen, dertigers die willen doorgroeien in hun vak tot veertigers die een carrièreswitch willen doen. Ik heb zelfs een tijdje terug een vijftiger in de klas gehad die alleen supercijfers haalde. Die werkt nu bij een makelaarskantoor. Dat is toch prachtig?
Ik werd rond 2004 of 2005 getipt door een andere docent dat IPD nog docenten zocht. Toen heb ik gesolliciteerd en er was meteen een klik. Die klik voel ik zo’n 7 jaar later nog steeds: zowel de cursisten als de medewerkers van IPD zijn prettig om mee samen te werken. Ook de instelling van de cursisten is echt motiverend, zowel bij de makelaardij- als de assistent-makelaardijgroepen. Ik hou met meerdere oud-cursisten contact. Ik vraag altijd in de les “laat even weten of je geslaagd bent” en dat zijn de meeste cursisten, dus dat maakt het extra leuk natuurlijk.
Leuk dat u zo enthousiast wordt van de cursisten, hoe gaat dat dan in de klas?
In veel groepen merk je dat mensen samen aan de slag gaan om het meeste eruit te halen. Één van mijn groepen had zelfs een website samen gemaakt waar ze oefeningen en samenvattingen op deelden. Andere groepen kwamen buiten de les om bijeen om nog te oefenen voor examens. Die drive proef je dus ook in de les. Over drive gesproken, ik heb nu in een van mijn groepen een cursist zitten die ik ook in mijn eerste groep voor IPD had. Toen kon hij het door omstandigheden niet afmaken, maar nu is hij druk bezig zijn laatste examens te halen. Dat soort mensen heb ik dus in de klas: die willen echt iets!
En wat vindt u belangrijk als professional om mee te geven aan uw cursisten?
Ik probeer zo veel mogelijk te oefenen met ze. Ga maar in dat wetboek bladeren en leren zoeken in dat dikke ding. Veel vragen op het examen zijn gebaseerd op het leren zoeken in het wetboek. Die techniek moet je dus echt beheersen en dat doe je vooral door het gewoon te doen. En ben ook altijd achterdochtig: het antwoord op de vraag zit meestal niet in de hoofdregel, maar in een artikel verderop, in de uitzonderingen. Ik zeg dus altijd: “kijk ook een stukje lager”. Dan beheers je het zoeken in het wetboek pas echt goed!
Heeft u nog een goede studietip waar onze cursisten succes mee behalen?
Ga zo veel mogelijk oefenen. Oefen de vragen uit het boek, want dat is een goede basis om het examen te halen. Maak het jezelf eigen door het allemaal gewoon te gaan doen. Zeker de dingen die met het wetboek te maken hebben. Door het te doen wordt het allemaal levendiger. Nog een andere tip: de Universiteit Leiden heeft een mooi stuk geschreven over hoe je multiple choice-vragen het beste kunt aanpakken. Misschien kun je daar nog eens een blogpost over schrijven!